Links is waar je duim rechts zit, maar in de politiek gaat dat helaas niet zo gemakkelijk. Misschien is dit wel zo wel voor centrumlinkse partijen en denkers. (Hahah, snap je? Je linkerduim zit centrumlinks(tenzij je je hand omdraait)) Elke verkiezingen vraag ik me weer af waar ik nou sta op het links-rechts en progressief-conservatief assenstelsel. Wat is mijn politieke oriëntatie en wat betekent nou wat?
Rechts en links
“Je hebt links, je hebt rechts, maar je hebt ook… Kaas.”
Links streeft in Nederland naar meer economische gelijkheid en staat dus voor een eerlijkere verdeling van inkomens. Bescherming van zwakkeren is eveneens een linkse ideologie, dit in verband met het streven naar economische gelijkheid geeft dat links aan het streven naar een verzorgingsstaat te verbinden, geen foute conclusie is. Met gelijkheid wordt, in conclusie, economische gelijkheid bedoeld. Tevens wordt minder verantwoordelijkheid naar de burger (dus meer naar de staat) ook als links gedachtegoed geclassificeerd.
Rechts streeft naar economische vrijheid, voornamelijk in het belangen van ondernemers. Daarnaast hebben rechtse partijen ambities voor een passieve overheid die alleen controleert en straft.
Partijen op een links-rechts assenstelsel indelen was bedoeld om zowel kiezers als partijen zelf meer duidelijkheid te geven en slaat in principe meer op economie. Naast simpelweg links en rechts hebben we ook ‘kaaspartijen’, D66 onder andere. Ik refereer natuurlijk naar het filmpje, want eigenlijk bedoelen ik gewoon centrum. Er bestaan ook nog partijen die allergisch zijn voor kaas maar eigenlijk in het midden staan. Zij zijn centrumlinks of centrumrechts. Centrum partijen denken, voornamelijk betreft economie, tussen links en rechts in.
Conservatief en Progressief
Uiteindelijk is links en rechts iets wat iemand er persoonlijk van maakt. Het staat dan ook meer voor een beeld/imago van een partij(lid) dat een groep mensen ziet, dan de daadwerkelijke ideologie en programmapunten van en partij. Politieke perspectieven zijn nou eenmaal vloeibaar, de termen eveneens. In ons huidige tijdperk veroorzaakt het eigenlijk vooral verwarring. De heer Baudet zal namelijk (bijna) alles wat niet-FVD’er is, voor ‘links bolwerk’ uitmaken. (Ik zet ‘bijna’ tussen haakjes, omdat ik even niet kan bedenken wat meneer niet als ‘links bolwerk’ zou beschouwen. (korreltje zout, neem je korreltje zout, de mogelijkheid bestaat natuurlijk altijd.))
Ondanks dat links en rechts economische standpunten aanduiden, hebben we ook cultureel-links of cultureel-rechts. Cultureel links zijn partijen die vooruitstreven op het gebied van persoonlijke vrijheid en morele kwesties zoals homoseksualiteit, abortus, euthanasie, samenwerking met de EU en immigratie. Cultureel links wordt progressief genoemd, maar is niet meer het progressieve links van vroeger. Ondanks dat conservatief ‘behoudend’ betekent, wil progressief vaak wel het sociale vangnet behouden.
Onder conservatief worden partijen verstaan die uitgaan van een in zedelijk opzicht sterk sturende staat en staat dus voor behoudendheid. De confessionele partijen SGP en ChristenUnie zijn in dit opzicht conservatief, zij streven naar de plicht om (streng) christelijke normen te (blijven) handhaven. De PVV is conservatief op het gebied van immigratie, de bevolkingssamenstelling mag zo min mogelijk uit immigranten bestaan.
Spreekstijl: Links Vs. rechts
Ondanks dat ik mezelf door het vele schrijven heb aangeleerd om meer na te denken over verwoording, hanteer ik doorgaans taalgebruik dat recht voor z’n raap is. Want, waarom zou je er omheen draaien als je ook gewoon met de deur in huis kunt vallen? BAM! Dit denk ik en hier is een argument. Dat leidt vaak helaas tot misinterpretatie, door zorgvuldiger na te denken over de verwoording kan ik dat voorkomen. Echter werd ik juist vaak door dat ‘recht voor z’n raap’ als rechts georiënteerd beschouwd. (Ik schrijf ‘werd’ omdat ik steeds vaker merk dat ik tijdens een gesprek met betrekking tot politiek aan het nadenken ben)
Spreekstijl is geen ‘officiële’ eigenschap op het links-rechts spectrum, en toch is er een verband gevonden door een onderzoeksteam van de UvA, dat ruim 380.000 speeches van Europese politici over de periode 1946-2017 analyseerde. “Het blijkt dat politici die links zijn in hun culturele opvattingen – over onderwerpen als immigratie, EU, abortus en euthanasie – complexere taal gebruiken dan cultureel-rechtse politici.” (Universiteit van Amsterdam, 2019)
Politici die de ‘recht voor z’n raap’-methode hanteren zijn cultureel-rechts.
‘Hè, maar Markie lult toch altijd in rondjes en bochten voordat hij de deur opent?’
Ja, maar zit zijn wel zinnen die niet erg complex zijn. Bovendien staat de VVD tegenwoordig meer centrumrechts dan rechts opgesteld door het willen behouden van het ‘sociale vangnet’.
Dan hebben we nog Thierry als ‘speciaal geval’. Ondanks de liberaal-conservatieve signatuur spreekt de heer Baudet van FvD juist in moeilijkere zinsconstructies. Althans, dat denkt men omdat hij moeilijkere woorden gebruikt, misschien moeten we eens op zijn zinslengte gaan letten? (Hier bovenop komt nog dat Baudet lijdt aan een ‘elitaire communicatiestoornis’, dat maakt het hem erg moeilijk om duidelijk uit te leggen wat hij bedoelt. Arme man. Betrouwbare bron: https://www.youtube.com/watch?v=w08Ir8UMoh0
“Een mogelijke verklaring is dat politici hun taalgebruik afstemmen op de voorkeuren van hun kiezers. Korte en eenduidige zinnen zouden cultureel-rechtse individuen meer aanspreken, omdat zij meer behoefte hebben aan helderheid en dus meer stellige statements.” (Universiteit van Amsterdam, 2019) Dit zou heel goed het geval kunnen zijn bij Wilders, die is niet zo van dat ‘wilde’ taalgebruik.
Progressieve/cultureel-linkse mensen/partijen hebben standpunten hebben die op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden. (Ik weet ook niet waarom, maar sinds dat onderzoek van UvA ben ik er op gaan letten en het is 9/10 gevallen nog waar ook.) Hierdoor is verdere toelichting nodig om miscommunicaties te voorkomen. Als dit in dezelfde zin gebeurt, wordt een zin complexer.
“De economische opvattingen van partijen verklaren de verschillen in complexiteit niet; de onderzoekers vonden geen associatie tussen economisch-links of economisch-rechts en de complexiteit van het taalgebruik van politici.” (Universiteit van Amsterdam, 2019)
Universiteit van Amsterdam. (2019, 7 februari). Cultureel-linkse politici gebruiken ingewikkelder taal dan cultureel-rechtse. Geraadpleegd op 26 januari 2020, van https://www.uva.nl/content/nieuws/persberichten/2019/02/cultureel-linkse-politici-gebruiken-ingewikkelder-taal-dan-cultureel-rechtse.html
Overige termen
Zoals ik eerder vertelde is de links-rechts indeling ‘vloeibaar’, politicologie heeft geen regels zoals de wiskunde of taal. In de boeken staan natuurlijk wel termen en betekenissen, maar de VVD wijkt in principe af van het letterlijke, oorspronkelijke liberalisme. Naast progressief en conservatief bestaan er nog andere termen die vaak gebruikt worden, een van die termen is het liberalisme.
Het liberalisme is een term uit de filosofie, het betekent dat de vrijheid van de een begint waar die van de ander eindigt. Andersom ook, de vrijheid van de een eindigt, waar die van de ander begint. Dat zou dus eigenlijk socialisme betekenen, een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Liberale partijen zijn meestal rechts, misschien gebruiken ze wel simpele zinnen omdat hun taal niet zo sterk is? 😉 Grapje, ze hebben gewoon het woord ‘libertarisme’ versimpeld. Dit staat helemaal aan de rechterkant, libertariërs (liberalen dus) vinden dat er zo min mogelijk overheidsbemoeienis zou moeten zijn. Je verdient geld voor jezelf en beslist zelf wat je ermee doet. De vrije markt regeert, en uiteindelijk profiteert iedereen daar volgens libertariërs van. Soms wordt ook wel van individualisme gesproken in het geval van liberalisme/libertarisme en van collectivisme in het geval van socialisme.
Ten derde is ecologisme reeds groot geworden in Nederland. Omdat wij zelf, ondanks dat we ons hier vaak boven verheven zien, onder deel van de natuur zijn en hebben ontdekt dat we schade aan het milieu aanbrengen, ziet de groene politiek een noodzaak om het milieu te beschermen. Leefmilieu moet verbeterd en onderhouden worden voor zowel mens als natuur.
Populisme is een beweging die zich afzet tegen de heersende klasse. Het wordt vaak in negatieve context gebruikt. Een populist is iemand die de kiezers misleidt en zegt wat het volk horen wil. Baudet’s statement over het ‘partijkartel’ kan als een populistisch standpunt gezien worden.
Als laatste wil ik graag nog het neonationalisme toelichten. Het neonationalisme ziet globalisering en immigratie als bedreiging en kent ook populistische elementen. De PVV is een mooi voorbeeld met de afkeer naar immigranten.
_______________
Links en rechts is eigenlijk de meest simpele indeling omdat dit louter op economische standpunten slaat. Progressief en conservatief maken het feest een stuk ingewikkelder, maar gelukkig hebben we een zooi overige termen die (voorlopig) een duidelijke betekenis hebben.
Mijn doel was om een korte tekst te schrijven, maar het tegendeel is werkelijkheid geworden. Uiteindelijk heb ik gewoon mijn politieke oriëntatie gevonden, ik ben een kronkelpaadje. Ik denk rechts, ik denk links, maar ik bevind me eigenlijk nergens in het midden, enkel qua economische vrijheid centrumrechts misschien. (Kaas vind ik trouwens vies.) Waarom zou je rechtdoor fietsen als je ook kunt slingeren? Desalniettemin laat ik de, voor mij, irrelevante onderwerpen meestal toch in het midden.